Het eiland dat tijdens de Tweede Wereldoorlog de Japanse bezetters huisvestte maakt nu plaats voor haar innerlijke tegenpolen Honne & Tatemae . De westkust van het eiland is een oase van rust met grote resorts en idyllische strandrestaurants. Aan de oostkust is slaap overboden door schreeuwende barren, duikscholen, de snorkel-maffia en door Paddo’s bedwelmde reizigers. De grootste van de Gili Indah , Gili Trawangan, heeft voor iedere smaak wat te bieden.
Een publieke boot vanaf Bangsal Port (Lombok) bracht ons, voor een magere 50.000 IDR (€3,-) voor 2 personen, binnen een half uur naar hartje centrum van Gili T. Voor het vertrek vanaf Bangsal Port werden ons de eerste mushrooms aangeboden door de behulpzame jongens die ons vriendelijk de weg wilden wijzen naar de ticket balie, dus dit beloofde een mooie volgende halte van onze trip te worden.
Vanaf de eerste stappen op de ring van Trawangan (T-ring) was het gelijk opletten. Gemotoriseerde vervoersmiddelen zijn op het eiland verboden, dus de eersten die ons omver konden rijden waren de fietsamateurs en paard met kruiwagens. Gelijk daarop werden we de tijdens de wandeling van 1 minuut naar ons verblijf, Manta Dive , gebombardeerd met 150 snorkel-, duik- en fast-boat verzoeken. Ons verblijf was omringd door “Fuck Yeah, let’s PARTY!”-Australiërs en menig live-muziek bar wat weinig slaapuren voor ons zou betekenen.
Het verblijf op Manta Dive was goed gezien de centrale locatie, fijne kamers en het is tevens een gerenomeerde duikschool. De duiklessen kosten ongeveer 520.000 IDR (iets meer dan €30 als je in bezit bent van je Open Water) en de instructeurs weten waar ze het over hebben. Tijdens mijn duiken namen ze mij mee langs prachtig koraal, schildpadden en een Japans scheepswrak, dus dit was een perfecte tijdsbesteding. Tegelijk, door de centrale ligging, lijkt het ik bed alsof wij linksvoor op Defqon.1 stonden. Perfect als je in je tussenjaar na je examens zit, wat minder als je, zoals ik, in een mid-life crisis zit.
Het eiland is goed te voet te verkennen, met de fiets net iets lekkerder. Langs de oostkant van de T-ring werden we aan alle kanten belaagd door de proppers van de vele barren, snorkelhuur (waar je wel weer schildpadden kan spotten) en als hoofdact de mushroombars. Vanaf de jaren ‘80 kwam de toerisme op Gili T op gang zonder veel politie controle. Daardoor sprongen de drugsbarren als paddenstoelen (haha) uit de grond. Oogcontact met de barmannen in de open barhutjes betekende gelijk de uitspraak: “Hello my friend, where you from, mushrooms?”. Er is zelfs een mushroombar waar ze je eerst lokken met het voeren van baby geiten om jou vervolgens vol te proppen met psychedelics. Een gouden tip, die je nooit moet opvolgen, is om de sluiproute over de binnenlanden te nemen en naar de mushrooms in koeienmest te zoeken in de weilanden. Nogmaals, niet doen!
Aan T-ring West vonden wij grote resorts, rust, vrede en veel sunsetbars. Die laatstgenoemde betekende dat we moesten gaan zitten en betalen om de zonsondergang te zien. Alles kan blijkbaar een inkomstenbron zijn. Tevens hebben we daar fantastisch gegeten bij Casa Vintage wat een overheerlijke Jamaicaanse keuken serveert in combinatie met fruitwijn. Een zekere aanrader. En omdat er weinig lichtvervuiling is (zo Woke), zijn de sterren en de melkweg perfect te zien.
Na twee dagen hadden wij het eiland wel gezien en besloten ons vierdaagse verblijf in te korten met een dag. De combinatie van het getrek van de proppers, slecht slapen en weinig meer te ontdekken dan meezingen met “Hey there Delilah” in één van de vele barren heeft ons doen besluiten om iets eerder terug te keren naar ons laatste verblijf, Ubud (Bali). Niks mis met Gili T, alleen de volgende keer slaan we T-ring Oost over.
Sampai Jumpa!
PS: groeten van ons nieuwste maatje